Definitie van privacy
Een interessante vraag in dit gesprek is: “wat is privacy?”. Mijn persoonlijke definitie: het is een menselijke eigenschap. De keuze maken om iets wel of niet te delen. Dat gaat natuurlijk over data, je browsegeschiedenis en je mailbox. Maar het gaat voor mij veel verder dan dat. Ook het uiten van emoties, bijvoorbeeld. Die link legt het helder en zeer goed uit.
Privacy voor iedereen
Ja, privacy voor iedereen voelt voor mij goed. Want anders ben je, in het verlengde van het bovenstaande, een menselijke eigenschap aan het wegnemen. En daarnaast is het “mensen met criminele bedoelingen” argument in mijn ogen een farce - laat mij dat uitleggen:
Volgens Van Dale is de definitie van crimineel een misdadiger. De definitie van misdaad:
strafbaar feit; = delict: een misdaad plegen
Een crimineel is dus iemand die een strafbaar delict pleegt - even heel simpel gezegd: iemand die iets doet wat wettelijk gezien niet mag; wat strafbaar is. Iemand die door rood rijdt, pleegt een strafbaar feit, maakt zich schuldig aan crimineel gedrag.
Ik denk dat een groot deel van onze maatschappij op enig moment wel eens zo’n delict heeft begaan. De gedachte dat criminelen geen recht hebben op privacy is daarom, in mijn ogen, krom. We zijn mensen, maken allemaal wel eens fouten.
Wellicht is het een wat flauw voorbeeld, wellicht is het niet wat je bedoelt. Laten we hypothetisch, voor deze discussie, een regel invoeren. Iemand die drie keer betrapt is op het plegen van een strafbaar feit of een delict pleegt die ‘ernstig’ is, vinden we crimineel en is (for the sake of argument) wat we hier bedoelen. Ik denk dat het een logische aanname dat zo’n persoon, met meerdere delicten op de kerfstok, niet heel geneigd is om zich aan de wet te houden.
Techniek en privacy
We hebben nu technologie zoals end-to-end encryptie. In mijn ogen fantastische technologie die het mogelijk maakt om nog enige privacy en zeggenschap over onze data te hebben. Diezelfde technologie ligt continu onder vuur, door beleidsmakers en figuren die er inhoudelijk weinig van snappen. Dat is niets nieuws, maar een fenomeen wat al sinds de zeventiger/tachtiger jaren speelt.
Het ligt onder vuur omdat het een dubbelzijdig zwaard is. Technologie die niet discrimineert en dus ook “voor de verkeerde doeleinden” benut kan worden. Beleidsmakers proberen om deze technologie aan banden te leggen, om het te reguleren en af te zwakken.
Er zijn echter twee (filosofische) tekortkomingen aan die pogingen:
- Criminelen houden zich niet aan de wet. Dus waarom zouden ze zich wel aan wetgeving houden die hun communicatiekanalen afzwakt, inperkt of aan banden legt?
- Encryptie is, cru verwoord, wat complexe wiskunde. Een combinatie van algoritmes en protocollen die ‘public domain’ zijn. Een verbod gaat dat niet veranderen. Niet op Nederlandse schaal, Europees niveau of zelfs op globaal niveau.
De enige groep die je hiermee ‘hebt’ is de groep die je in de eerste instantie wilt beschermen: “onschuldige burgers”.
Conclusie
Met mijn bijdrage - die wat langer is dan ik voor ogen had - hoop ik dat het duidelijk is dat mijn antwoord een volmondige ja is:
Privacy voor iedereen voelt goed.